Nieuws / media

Verslag Vierde Golf-Café 11 april 2024: Basisinkomen: basisvrijheid of basiscontrole?

In Nederland staan veel politiek-linkse partijen open voor een vorm van basisinkomen: een vast maandbedrag dat elke nederlander krijgt en dat hoog genoeg is voor het garanderen van bestaanszekerheid zonder overdreven staatscontrole. Daarnaast zijn er ook opvallend veel ‘grootkapitalistische’ voorstanders.
Vragen die hierover leven zijn bijvoorbeeld:
-Wie zullen er vooral profiteren van een basisinkomen?
-Kan invoering van een basisinkomen leiden tot nieuwe vormen van controle door overheden en bedrijven op ons doen en laten? Of is er een vorm te bedenken waarin het vooral zal bijdragen aan een crisisbestendige democratie?

Hierover gingen Irene van Staveren (hoogleraar pluralistische ontwikkelingseconomie die zich o.a. bezighoudt met sociale cohesie en uitsluiting), Hilde Latour (vice-voorzitter van het bestuur Vereniging Basisinkomen) en Tom van Lamoen (Partijleider Libertaire Partij en raadslid Amersfoort met aandacht voor inspraak van burgers en meer transparantie) in gesprek.

Marcel Boumans (hoogleraar Economische Methodologie aan het University College Utrecht) had het auditorium van het University College Utrecht ter beschikking gesteld. Nadat hij ons welkom had geheten, leidde moderator Ingrid Hoofd (universitair docent geesteswetenschappen) in: al in de 16e eeuw werd over een basisinkomen gesproken als middel om armoede tegen te gaan. Wat zijn de benodigde voorwaarden? Het kan namelijk zowel emanciperend als onderdrukkend werken. En wat is de impact van uitbesteding van de uitvoering ervan aan Big Techbedrijven – denk aan het risico van een sociaal kredietsysteem?  In Canada was een proef met basisinkomen; het resultaat bleek positiever uit te pakken dan vooraf op basis van modellen werd verwacht. Na discussie leidde dit tot een minder afwijzende houding. Wat kunnen wij hiervan leren?
Elke spreker deelde in vijf minuten diens visie op het onderwerp. Daarna reageerden zij op elkaar, en werd ingegaan op vragen uit het publiek.

Drie visies op het basisinkomen

Hilde Latour is voorstander van invoering van het basisinkomen, mits het voldoet aan de volgende vijf kenmerken: Onvoorwaardelijk / Universeel / Periodiek / Individueel / Cash, om anoniem vrij te besteden. Nu zitten we in een ‘slavensysteem’ – het basisinkomen maakt juist vrij om keuzes te maken die dichter bij je intrinsieke motivatie liggen zoals studie, muziek, vrijwilligerswerk of andere keuzes.

Het is niet communistisch als in “iedereen krijgt hetzelfde”- ieder is vrij om ermee te doen wat-ie wil en kan er ook voor kiezen om erbij te werken en/of te ondernemen. Bij experimenten bleken er allerlei initiatieven te ontstaan vanuit zelforganisatie en gingen mensen iets voor de gemeenschap doen. Het is onnodig om dat af te dwingen via de Participatiewet: dát is een vorm van slavernij.

Betaalbaarheid van het basisinkomen ziet zij als een non-discussie: ieder mens heeft recht op voldoende inkomen om te kunnen overleven.

Irene van Staveren vindt dat het basisinkomen een vicieuze cirkel creëert van private rijkdom -publieke armoede. Het betekent een verdere legitimering van de marktmacht van grote bedrijven. Marc Zuckerberg en Elon Musk zijn niet voor niets voorstanders. Het versterkt de afhankelijkheid van kapitalisme – als grote multinationals niet meebetalen via belasting betekent dat een hogere belasting van het mkb. De burger wordt consument, en het leidt tot een verschraling van publieke diensten.
Ook neemt de ongelijkheid niet af door het basisinkomen. En is het geldverspilling als mensen met een goede baan in één huishouden het ook krijgen. Zij vreest dat meer consumeren de norm wordt, en er geen belastinggeld meer overblijft voor andere doelen.

Als een beter alternatief ziet zij goede basisvoorzieningen voor iedereen zoals AOW, steun voor mensen met beperking, gratis kinderopvang, gratis bibliotheekpas tot 27 jaar, gratis OV – dus gericht op de specifieke groep die het nodig heeft.
Het draait ook om waarden: kiezen we voor menselijke waardigheid of economie?

Tom van Lamoen zegt dat invoering van het basisinkomen  een zeer grote omvorming van het belastingstelsel zou vragen. De 600 euro per maand uit de CPB-doorrekening is niet toereikend; dat zou zeker 1400 euro moeten zijn. En hoe krijg je dat voor elkaar? Hij rekent voor dat het een belastingtarief van 70% + extra heffing (milieu, werkgever, grote vermogens) en een hogere btw zou vergen. Met als consequenties dat de basisgoederen duur worden, het mkb meer moet betalen en er prijsinflatie zal optreden. Als je bedrijven  hogere belastingen wil laten betalen dan gaan ze verhuizen (zoals nu bij Shell en ASML), dus daar kan de dekking helaas niet vandaan komen.

Het ontbreken van empirisch bewijs voor de voordelen van een basisinkomen is lastig. Er zijn modellen en bevindingen uit verschillende experimenten, maar dat is anders dan de weerbarstige realiteit. Wat doet een basis inkomen met de prijzen, met vraag en aanbod en met inflatie? En wat zou er gebeuren als hoge vermogens meer belast worden? Zie de hoge inflatie in de coronatijd ten gevolge van de TOZO-uitkeringen.

Ook is een relevante vraag van wie je afhankelijk wordt. Geeft de Centrale Bank het basisinkomen uit, of de staat? Krijg je monopolies? Het basisinkomen kan gemakkelijk misbruikt worden om machtsconcentraties te bevorderen en uit te breiden – denk aan de ‘Blueprint of the future monetary system’ met centrale banken die ‘programmable money’ willen.

Cash uitkeren garandeert de waarde niet: bij inflatie verandert het bedrag dat nodig is en je blijft dus afhankelijk van de uitkerende instantie.

De sprekers reageren op elkaar

Hilde is ervan overtuigd dat wanneer mensen zelf meer kunnen gaan bepalen, alles goedkoper wordt. Zij voelt ook niet voor allerlei collectieve voorzieningen, maar gelooft in de variatie die je krijgt als je mensen zelf laat kiezen. Daarbij refereert zij aan wat er in Namibië gebeurde na het geslaagde experiment met basisinkomen, toen er hongersnood kwam door droogte. Door de opgedane ervaring tijdens het experiment gaf de overheid de mensen nu geld in plaats van voedselhulp. Sommigen kochten daar eten van, anderen kochten zaden of een ezel, of zorgden voor irrigatie. Laat ieder individu zelf kiezen op basis van vertrouwen in de mensen in plaats van in een overheid die mensen armer maakt.

Het is bewezen dat door armoede en stress mensen minder in staat zijn om problemen op te lossen; alle experimenten hebben laten zien dat mensen met een gegarandeerd basisinkomen gezonder zijn – dit zou ook meegenomen moeten worden bij het berekenen van de kosten.

Baseer je op feiten in plaats van op aannames, is haar oproep – ‘ ik ben klaar met theoretische modellen!’

Irene stelt dat als je tegen de invloed van het CPB en het machtige bedrijfsleven bent, het basisinkomen dat niet gaat oplossen. Want wie verdient het geld voor het basisinkomen? Het leidt tot opwaartse druk op lonen in een krappe arbeidsmarkt. En wat doe je het mkb aan met hogere belasting en duurdere producten?

Zij is het eens met de idealen maar gelooft niet dat het mogelijk is om die via het basisinkomen te verwerkelijken. Beter vindt zij het om de belastingontwijking aan te pakken; het World Economic Forum heeft minimaal 7% afgesproken voor winstbelasting wat veel te laag is. Een percentage van 15% minimale winstbelasting is een lichtpuntje, maar het zal heel lang gaan duren voor het zover is.

Mensen kunnen dingen samen organiseren maar daarvoor is niet per se een basisinkomen nodig: er zijn nu al energiecoöperaties, wooncoöperaties, gedeelde moestuinen etc.

Tom is het op veel punten eens met de andere sprekers. Er is inderdaad sprake van corporatisme, met lobby’s die machtiger zijn dan onze belangen. De macht zit bij het grote geld. De overheid is daarvoor niet de oplossing: die geeft de lobby’s meer macht; bedrijven worden niet ter verantwoording geroepen. De centrale macht is de kern van het probleem. De Centrale Bank is veroorzaker van inflatie; dat probleem moet worden opgelost – maar niet via het basisinkomen. Inflatie hangt samen met het centrale monopolie op geld; basisinkomen in één bepaalde valuta veroorzaakt een (Centrale Bank)monopolie en daardoor inflatie.

Mogelijke oplossingen voor betaling basisinkomen (en voorkoming inflatie)

→De eerste vraag is, wie moet controle hebben over geld? IMF/WEF zijn niet te vertrouwen. Afrika betaalt zoveel rente over leningen, dat daarmee een basisinkomen bekostigd zou kunnen worden.

→Bank for International Settlements (BIS): de centrale bank der centrale banken. Dit zou nogal een machtsconcentratie met zich meebrengen, maar zorgt wel voor wereldwijde invoering, zodat vermogensvlucht kan worden voorkomen.

→digitaal soeverein vermogensfonds met bitcoin, beheerd door het collectief.

→Decentrale geldproductie?

→Door het basisinkomen kan bezuinigd worden op allerlei (ambtelijke) organisaties die uitkeringen en toeslagen verstrekken en controleren etc. Deze besparing kan gebruikt worden om het basisinkomen van te bekostigen.

→Besparing op de zorg doordat mensen betere leefomstandigheden hebben, minder criminaliteit door basisinkomen.

→Politieke keuzes: nu is het geld printen voor Oekraïne – gebruik dat voor basisinkomen, en doe minder onzinuitgaves aan milieu die nergens toe leiden.

→Nieuwe vormen van zorg, eigen moestuin, meer lokaal.

Kracht van (kleine) gemeenschappen

Tom staat als Libertarier achter decentraal en de vrije markt en is tegen de lobby’s. Dat zijn allemaal geen argumenten voor basisinkomen. Fiat geld is het probleem; daar moeten we vanaf maar is óók geen argument voor basisinkomen. Hij is principieel tegen een basisinkomen dat betaalt wordt uit belastingmiddelen: je hebt geen recht op wat voortkomt uit de arbeid van een ander. In een kleine gemeenschap zouden vrijwillige afspraken mogelijk zijn, maar belasting is niet vrijwillig.

Irene beaamt dat het op het mesoniveau van gemeenschappen inderdaad wél kan – daar zijn wereldwijd voorbeelden van zoals Bristol in het Verenigd Koninkrijk waar men erop gespitst is zoveel mogelijk te kopen bij lokale bedrijven en elkaar diensten te verlenen, wat met een lokale munt betaald kan worden. Dit is de kracht van gezamenlijke initiatieven.
Er was een promotieonderzoek naar ‘lokaal geld’ in Argentinië. Eerst was er ruilhandel op community-niveau maar dat werkte niet. Toen kwam er een lokale munt en dat functioneerde redelijk goed. Gezinnen hadden 20% inkomensaanvulling door dit systeem. Totdat er valse munten in omloop kwamen en inflatie volgde. Digitaal werkte ook niet; misschien moeten dit soort praktische hobbels nu eerst worden opgelost. Het is de vraag hoe nieuwe technologieën hierbij kunnen helpen. Ze is geen voorstander van bijvoorbeeld blockchain, maar weet niet hoe dan wel.

Vragen en opmerkingen uit het publiek

  • Is verplichte solidariteit wel solidair? Dat ziet Tom als een oxymoron – gedwongen is geen solidariteit. Hilde vindt: laten we beginnen met een aanstekelijk praktijkvoorbeeld, zoals de zeekomkommerkwekerij in Zuid-Korea die exporteert naar China; de opbrengst gaat naar alle inwoners van het eiland. Effect: het hele eiland draagt zorg voor het schoonhouden van de zee, zodat de kwekerij meer opbrengst heeft. Het fonds met de opbrengsten wordt op eigen initiatief beheerd door de eilandbewoners, dat hoef je niet te verplichten.
  • Collectieve voorzieningen is iets typisch sociaal-democratisch. Toch maar liever vanuit de gemeenschap laten ontstaan? Irene heeft voorkeur voor een complementaire aanpak: lokaal oplossen wat lokaal kan – iets als  energietransitie loopt beter zonder de grote bedrijven. Scholen etc. niet lokaal; wél bv participatiecrèches, die bestaan al lang.  Voor een hoger schaalniveau of specialisme blijft een centrale overheid nodig.
  • Wat in de weg staat is regelgeving; niet zozeer het geld toch? Tom ziet in deregulering  inderdaad de oplossing. De grote bedrijven lobbyen voor regels en vergunningen waar zij wél baat bij hebben maar de kleine bedrijven niet.
  • Zouden collectieve voorzieningen betaald kunnen worden met basisinkomen? Irene is stellig: nee, dat is tegenstrijdig; het is of, of. Hilde kent voorbeelden dat het wél kan, zoals in India waar dorpelingen gezamenlijk overleggen, en een deel van het basisinkomen besteed wordt aan water of sanitaire voorzieningen. Of een ‘leencarrousel’: iedere maand krijgt één lid van de deelnemers een extra bedrag voor een grotere voorziening, zoals een maaimachine. Irene voegt toe dat een student uit Nigeria onderzoek doet naar vaak al honderden jaren functionerende spaar- en leengroepen (zonder basisinkomen), vaak bestaande uit vrouwen die iets inleggen en zelf regels afspreken. Hilde: dat lukt niet voor mensen die te weinig geld hebben om in te kunnen leggen. Irene: een goed minimumloon helpt ook. In India en Afrika zijn er lokale kerken die de eerste inleg doen; dat kan dus ook zonder basisinkomen. Je hebt wel het probleem van schaalgrootte – kan dit alleen in kleinere gemeenschappen? Vertrouwen is lastiger in groter verband. Wat in ieder dorp gebeurt, moet je aanpassen aan een andere context (de zogenaamde economies of scope zijn er dan wel, omdat niet elke keer het wiel opnieuw hoeft te worden uitgevonden, zonder dat er een centrale controlerende instantie hoeft te worden opgetuigd).
  • Zou basisinkomen een oplossing kunnen vormen voor woekerrentes op Zuidelijk Halfrond? Het zou inderdaad zekerheid bieden voor de aflossingen, met daardoor een lagere rente waardoor er weer betere initiatieven ontstaan.
  • Is via bitcoin basisinkomen aan de hele wereld mogelijk? Tom: bitcoin is decentraal. Er zou dan een centraal instituut nodig zijn dat de bitcoin verdeelt en daarmee ontstaat er toch weer een afhankelijkheidsrelatie. Hilde heeft een interessant voorbeeld uit Kenia: data worden daar niet online maar lokaal opgeslagen, en zo beschermd tegen Big Data. Uitdaging blijft het bereiken van de ‘last mile’: analfabeten en ouderen zonder telefoon of computer. Verdeling is in principe makkelijk: je hoeft alleen te weten hoeveel mensen/aantal maanden. Tom weerspreekt dit: het is ingewikkeld om iedereen te registreren.
  • Gevaar van suveillance met bitcoin? Tom: bitcoin zelf niet, andere blockchain wel (programmeerbaarheid; onderpand onder coin) vanwege afhankelijkheid van onderpandcontrole door derde partij.
  • Effect van grote regionale verschillen bij basisinkomen? In de Randstand zijn de huizen veel duurder dan in bijvoorbeeld Groningen. Hilde oppert dat verhuizen naar goedkoper gebied een optie zou kunnen zijn. Of een basisinkomen bestaande uit een individueel deel + deel per huishouden met compensatie voor samen/alleen etc. Haar voorkeur is dit loslaten en mobiliteit laten ontstaan. Mensen kunnen immers bijverdienen: het basisinkomen is een basisgarantie maar niet per se het enige inkomen.

Is er ergens al een Universeel Basisinkomen ingevoerd? Hilde: het is nog nergens landelijk ingevoerd. In de Verenigde Staten hebben 150 burgemeesters het voor bepaalde wijken geregeld met als effect minder huiselijk geweld en minder criminaliteit op straat. De nationale overheid wil echter geen vrijheid bieden maar controle houden.

Stellingen van het publiek mbt het basisinkomen
Stellingen van het publiek mbt het basisinkomen

En enkele daarbij gedeelde opmerkingen:

-In een ideale wereld zou het kunnen maar de overheid is niet te vertrouwen.

-De koopkracht van het basisinkomen gaat uiteindelijk achteruit: dezelfde hoeveelheid geld voor minderen goederen.

-Werkt alleen op kleine schaal; het is een vestzak-broekzakactie

-Zouden de prijzen in een gemeenschap met basisinkomen niet direct omhoog gaan?

-Basisinkomen in de Amerikaanse steden is eerder een soort verruimde bijstand

Alexander de Roo, van de vereniging basisinkomen.nl, heeft ook een verslag geschreven van de bijeenkomst. Het verslag is hier te lezen.