TERUGBLIK Vierde Golf-Café – Een model is ook maar een mening

Marc Jacobs en Ronald Meester

In bijna alle actuele dossiers worden wiskundige modellen ingezet, bijvoorbeeld bij stikstof, de energietransitie en de corona-aanpak. Datawetenschapper Marc Jacobs en wiskundige Ronald Meester bespreken in hun recente boek Van aardbeving tot zoönose: over de inzet van modellen voor beleid welke problemen dit oplevert en hoe we modellen beter zouden kunnen gebruiken.

De Vierde Golf wil een democratische cultuurbevorderen, met kritische burgers die bijdragen aan de gemeenschappelijke zaak.  Onder andere door de vrijheid en onafhankelijkheid van wetenschappen, media en van het publieke debat te herstellen, verbeteren en bewaken. Vandaar de uitnodiging aan Meester en Jacobs om in gesprek te gaan over hun boek. Op 9 mei is er een volle zaal in Galerie Café Leidse Lente.

Meester vertelt dat het boek start met succesvolle modellen: van de beweging van planeten, van casino’s, van genetica. Daarmee kunnen voorspellingen worden gedaan die uitkomen. Maar over mensen en complexe zaken moet je met modellering heel voorzichtig zijn. Daar zijn modellen slechts bemiddelaars tussen theorie en realiteit. 

Bij de kinderopvangtoeslag-affaire bleken de modellen iets te creëren: een etiket van fraude. In coronatijd werd na modelberekeningen bekend gemaakt dat de middelbare scholen gesloten moesten worden. Maar dat was een aanname die aan de voorkant in het model was gestopt. Je moet je tot een model verhouden, aldus Meester. Het is een mening in wiskundige vorm. Het boek zit boordevol voorbeelden: bekende, minder bekende, en sommige angstaanjagend. Voor klimaat hebben we 100 jaar gemeten en kijken we 100 jaar vooruit. Dat vraagt om een gesprek. Niet dat je, als je vraagtekens zet, meteen een ontkenner bent. Wetenschap leeft bij debat, bij controverse.

Jacobs geeft aan dat je altijd moet beginnen met de vraag wie een model heeft geconstrueerd, en welke belangen diegene daarbij heeft. Ook is het belangrijk om aan de orde te stellen of het model wel de juiste vraag adresseert. Een model is een verlengstuk van de maker, net zoals een zaag of een hamer een verlengstuk is van degene die hem gebruikt. Relevante vragen zijn dan: is er wetenschappelijke consensus over het model? Kunnen we verwachten dat we iets leren van het model? Doel van het boek van Jacobs en Meester is bewustwording en ‘wiskundige weerbaarheid’. Gesprekken over modellen en hun uitkomsten zijn zeer noodzakelijk juist vanwege de consequenties van het gebruik ervan.

Gevraagd wordt wat modellen dan wèl kunnen? Meester vergelijkt het met het schrijven van een artikel: van de eerste versie blijft uiteindelijk bijna niets over. Maar je hebt die eerste versie wel nodig als begin van een gesprek: om aan te geven wat voor jou belangrijk is, en wat niet. Ook is er transparantie nodig rondom de modellen – transparantie die nog altijd ontbreekt bij de door CBS en RIVM gebruikte modellen; die staan niet online en zijn niet beschikbaar voor onderzoekers.

Hoe reageren wetenschap en media tot dusver op het boek? Dat is een kwestie van lange adem, aldus Jacobs en Meester, om het verhaal te blijven vertellen en te laten doorsijpelen. De mainstream media negeren het enigszins. Beiden zijn wel bij Jort Kelderen bij De Nieuwe Wereld geweest. Ook deze volle zaal vandaag is belangrijk.
Het gaat er om kracht en macht terug bij de burger te brengen. Vanuit de zaal wordt voorgesteld om ‘citizen science’ aan te moedigen, wetenschappelijk onderzoek dat (geheel of gedeeltelijk) wordt uitgevoerd door vrijwilligers, vaak in samenwerking met of onder begeleiding van wetenschappers met een professionele aanstelling . En om studiepunten te koppelen aan het boek, om het veel aandacht in het onderwijs te laten krijgen.
Van aardbeving tot zoönose: over de inzet van modellen voor beleid ligt bij de vaste Kamercommissie voor VWS, en de auteurs hebben meermaals gesproken met de commissie die de parlementaire enquête naar het verloop van de coronacrisis in Nederland voorbereidt. 

Hoe kun je in gesprek raken met mensen die zich achter modellen verschuilen? Door collectief de kennis te vergroten om de juiste vragen te stellen, en zo de druk te verhogen. Er moet meer worden ingezet op publiceren en reviewen. Een goede wetenschapper is daar niet bang voor, aldus Meester. Alles dient openbaar te zijn: dat zou een regel van behoorlijk bestuur moeten zijn. Ook bij paniek? Juist bij paniek!

Hoe kun je de werkelijkheid kennen, vraagt iemand in de zaal. Die kunnen we niet kennen, antwoordt Meester, het gaat erom hoe goed wij de werkelijkheid kunnen beschrìjven. Zó, dat de modellen een enigszins voorspellende waarde hebben. We meten en scoren alles in getallen, zegt Jacobs. Daarin vang je bijvoorbeeld wel het aantal mensen, maar niet de vibe hier in de zaal. Soms is het heel goed om in het hier en nu te blijven. Modellen kunnen wat Jacobs en Meester betreft nooit méér zijn dan het begin van een gesprek. Geen politicus of beleidsmaker mag zich er ooit achter verschuilen.